T. Rivas over moraal en maatschappij

Friday, April 21, 2006

Wat kunnen we verwachten rond de komende ruimingen?, ook geplaatst op dierenrechten.blogspot

De vogelgriep staat ook in Nederland weer voor de deur. Opnieuw is er niet gevaccineerd en in Duitsland zijn zelfs al weer hobbydieren geruimd. Kortom, Europa heeft niets geleerd van vorige rampen in de bio-industrie. Nog steeds is geld verdienen de enige maatstaf, ten koste van alle belangen van individuele dieren.
Overigens zei een gast bij NOVA gisteren dat zelfs ingeente dieren nog geruimd zullen worden als zij zich binnen een bepaalde straal rondom een besmet bedrijf bevinden. Vaccinatie beschermt dieren volgens de uitzending feitelijk nauwelijks als zij niet algemeen wordt doorgevoerd, althans zo heb ik het begrepen.
Nu hopen sommigen dat de bio-industrie sneller zal verdwijnen als er weer veel dieren geruimd worden, bij wijze van een geluk bij een ernstig ongeluk. Ironisch genoeg zal volgens hen ook de ruiming van hobbydieren, scharreldieren en eko-dieren bijdragen tot het ontmantelen van de bio-industrie.
Maar is dat wel waar, is het niet te optimistisch? Waarom is er ondanks de maatschappelijke verontrusting rond de vorige landbouwcrises dan feitelijk niets meer bedacht dan "alle vogels ophokken"? Waarom gaat Nederland nog steeds in zee met een Europa dat zo met haar landbouwhuisdieren wenst te blijven omgaan?
Ik vrees zelf dat het allemaal nog wel een tijd door zal gaan. De bio-industrie bestaat al tientallen jaren en heeft tot nu toe allerlei gruwelijke crises overleefd. De consument is weliswaar iets kritischer geworden, maar dat heeft dingen niet kunnen voorkomen. Het verwachte algemene ethische réveil is nog steeds uitgebleven.
Misschien is er dus iets anders nodig om de bio-industrie de nek om te draaien, zoals een nog basalere bewustwording van hoe zij ook buiten de ruimings-drama's om in elkaar steekt, naast nog meer besef van het kwaad dat speciesisme heet.
Tot die tijd lijkt het mij moreel volkomen te verantwoorden om niet mee te werken aan massale ruimingen. Ik hoop dat in elk geval hobby-boeren en anderen die dieren niet houden voor de commercie zich dit keer nog feller verzetten. Laat het speciesistische establishment in elk geval weten dat niet iedereen in Nederland dit soort maatregelen ziet zitten! Mensen zal men toch ook niet ruimen om het besmettingsgevaar in te perken, dus het is alleen logisch om dat wel bij dieren te doen, indien die dieren zuiver beschouwd worden als dingen die iets op moeten brengen en waarvoor dus geen geld bij gelegd mag worden als ze dat niet doen, ook al zijn ze nog zo gezond. Het is puur speciesisme om dieren als dank voor hun goede diensten preventief te ruimen en mensen niet. Bij mensen aanvaarden we de risico's en om dat bij dieren niet te doen is alleen vanzelfsprekend wanneer dieren in wezen rechteloos zijn.
Hopelijk schudt extra veel verzet op den duur toch een meerderheid van de consumenten, producenten en beleidsmakers wakker, of het nu deze keer 'al' is of toch pas na een x aantal andere toekomstige crises. Een bio-industrie die in elk geval al niet meer preventief mag ruimen van onze samenleving wordt er bovendien niet sterker op.
Gruwelen moeten hoe dan ook steeds bij de naam genoemd worden, ook al worden ze voorgeschreven door de Heilige Economie.

Titus Rivas

Slachting onder zeehonden begonnen, ook geplaatst op dierenrechten.blogspot

De Canadese zeehondenjacht is begonnen. Honderdduizenden dieren zullen dit jaar weer worden afgeslacht voor hun mooie vacht. Er hebben terecht al veel protesten geklonken tegen deze vorm van jacht, zowel van de kant van dierenbeschermingsorganisaties als van celebrities zoals de voormalige Beatle-zanger Paul McCartney en zijn vrouw Heather Mills McCartney.
Toch zullen sommigen zich afvragen waarom de slachting onder zeehonden zoveel meer emoties oproept dan bijvoorbeeld het lot van miljoenen dieren in de bio-industrie.
Maar is al die ophef wel terecht? Het zou numeriek absurd zijn als men de honderdduizenden zeehonden die nu gedood zullen worden belangrijker of schokkender zou vinden dan wat mensen landbouwhuisdieren dagelijks en het hele jaar door aandoen. Maar dat neemt niet weg dat we ons ook bij de 'oogst' van zeehondenbaby's en aanverwante dieren geconfronteerd zien met een grote misdaad die ingaat tegen elementaire menselijke gevoelens. Het gaat om intelligente zeezoogdieren die relatief gezien nauw verwant zijn aan de mens en die van nature extra gemakkelijk gevoelens van sympathie en mededogen bij ons oproepen. Bovendien gaat het om bont, een product dat volstrekt overbodig is, een luxe-product dus. Dieren voor zoiets laten sterven is zelfs voor veel vleeseters nog overduidelijk immoreel.
Overigens is het natuurbeschermingsargument tegen de jacht gericht op het behoud van de soort niet krachtig genoeg, want zolang de soort genoeg op peil blijft, is deze vorm van natuurbescherming waarschijnlijk goed verenigbaar met het afschieten of doodknuppelen van individuele dieren.
Anderzijds is het economische argument van voorstanders een regelrechte gotspe. Alsof alleen het vermoorden van weerloze dieren voor voldoende geld in het laatje zou kunnen zorgen! Het is de plicht van de Canadese regering om voor minder dieronvriendelijk werk te zorgen.

Titus Rivas

Met hun mond vol tanden


Met hun mond vol tanden
, ook geplaatst op dierenrechten.blogspot

Wat mij meer dan eens is opgevallen in gesprekken over dierethiek en dierenrechten, is dat tegenstanders weigeren om echt in te gaan op argumenten. Een bekende tactiek van de tegenpartij is het op de man of vrouw spelen: je negeert de argumentatie voor dierenrechten gewoon en zoekt naar een wapen om de opponent monddood te maken. Dat kan door te verwijzen naar allerlei misdaden die men zou hebben gepleegd, bijvoorbeeld in het geval van activisten die zich schuldig hebben gemaakt aan vernieling of intimidatie. Alsof de daden van zulke activisten ook maar iets te maken hebben met de kracht van hun argumenten. Zoiets als "de oncoloog beweert dat roken ongezond is, maar hij rookt zelf ook, dus kun je zijn bewering niet meer serieus nemen."
Van de bekende ethicus Peter Singer wordt bijvoorbeeld vaak vermeld dat hij een voorstander is van het doden van gehandicapte baby's. 'Daarom' zou hij direct al gediskwalificeerd moeten worden als zijn argumenten ten gunste van dieren ter sprake komen.

Maar minstens zo vaak zoekt men naar een (oneigenlijke) reden waarom iemand opkomt voor dierenrechten. Er zal psychologisch wel iets mis zijn met hem of haar. Hij zal wel te weinig aansluiting vinden bij medemensen en zich daarom richten op dieren, zij lijdt vast aan rare complexen, etc. Ook dit is natuurlijk een drogreden, die argumentatief geen enkel gewicht in de schaal legt, maar helaas maakt hij af en toe wel indruk op derden.

Het komt er volgens mij op neer dat tegenstanders van dierenrechten vaak gewoon met hun mond vol tanden staan als het om de eigenlijke argumentatie gaat.

Zie ook mijn artikel Vegetariers als 'foute' mensen'

Titus Rivas

Afwijzing van een methode, niet van wetenschap in het algemeen, ook geplaats op dierenrechten.blogspot

Opponenten van dierproeven krijgen nog wel eens te horen dat ze in wezen 'tegen de wetenschap' zouden zijn. Daarbij negeren voorstanders dan wel alle voorstellen voor (wetenschappelijke) alternatieven, d.w.z. onderzoeken die de vraagstelling net zo bevredigend zouden kunnen beantwoorden, maar dan zonder dat er dieren worden gebruikt.
Je hoeft dus helemaal niet wars van wetenschappelijke vooruitgang te zijn om toch tegen dierexperimenten te kunnen zijn waarvoor dieren moeten lijden of worden opgeofferd. De afwijzing van vivisectie (in de ruime zin) impliceert op zich dus niet dat je het stellen van wetenschappelijke vragen beschouwt als een uiting van menselijke hoogmoed of van een gebrek aan intuïtie en spiritueel levensgevoel.
Een voorbeeld: Stel dat je wilt vaststellen wat de gevolgen zijn van emotionele verwaarlozing voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Dan kun je o.a. kijken naar klinische en forensische gegevens waaruit je een bepaalde correlatie kunt afleiden tussen verwaarlozing en psychologische scheefgroei. Je neemt de vraagstelling dan volledig serieus en erkent waarschijnlijk ook het maatschappelijke belang ervan.
Maar je zult het niet in je hoofd halen om zelf bepaalde kinderen experimenteel te verwaarlozen om hen met uitsluiting van alle andere factoren te kunnen vergelijken met kinderen die je niet verwaarloost. Helaas hebben onderzoekers, waaronder Harry Harlow, dit wel gedaan met apen. Bij proeven met zogeheten maternal deprivation werden baby-aapjes gescheiden van hun moeder in de hoop het effect ervan zo zeker mogelijk te kunnen vaststellen. Harlow maakte o.a. gebruik van middelen als kunstmoeders en isolatie.
Dergelijke gruwelijke experimenten afwijzen hoeft helemaal niet te impliceren dat je beweert dat de vraagstelling "Wat gebeurt er met kinderen die geen ouderlijke liefde krijgen?" onzinnig is, bijvoorbeeld omdat we bij voorbaat al precies (in plaats van globaal) zouden weten wat het antwoord is. Ook hoeft het niet te betekenen dat je vindt dieren altijd teveel verschillen om hun gedrag als parallel te mogen beschouwen van menselijk gedrag.
Afwijzen van vivisectie betekent als zodanig slechts dat je gruwelijke dierproeven immoreel vindt, ongeacht of ze waardevolle kennis zouden kunnen opleveren.
Het gaat om de afwijzing van een specifieke methode om ethische redenen en niet van de hele wetenschap om levensbeschouwelijke redenen.
Er zijn zo ook grenzen aan het soort onderzoek dat je met mensen kunt doen. Iemand die de experimenten van een Josef Mengele afwijst zal bijvoorbeeld niet gauw worden verdacht van anti-wetenschappelijke tendensen.

Titus Rivas

Zuivelproductie zonder dierenleed? (ook geplaatst op dierenrechten.blogspot)

Veganisten krijgen waarschijnlijk nog vaker dan lacto-ovo vegetariers de vraag voorgelegd waarom ze afzien van de consumptie van dierlijke producten. Aan producten als vlees en vis kleeft ook in de ogen van de gemiddelde carnivoor onvermijdelijk enig dierenleed. Maar het is veel minder evident waarom dit ook voor zuivelproducten zou moeten gelden.

Waarom kun je moreel gezien niet gewoon volstaan met vegetarisme en wat zuivel betreft kiezen voor biologische producten? Is veganisme eigenlijk wel meer dan een overdreven of extreme levenswijze die het imago van voorstanders van dierenrechten alleen maar kan schaden?

Helaas berusten deze vragen op de misvatting dat zuivel in principe commercieel geproduceerd zou kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van dieren. Kippen, koeien, geiten etc. zouden een heel plezierig leven op en om de boerderij kunnen hebben zonder dat er bloed of ellende zou kleven aan wat zij voortbrengen. Veganisme zou zo alleen nodig zijn wanneer er geen biologische producten voorhanden zijn. In werkelijkheid gaat de commerciele productie van boter, melk, eieren, (vegetarische) kaas, etc. in het westen altijd gepaard met het direct (d.m.v. destructie) of heel snel (in de vorm van slacht) afdanken van 'overtollige' mannetjesdieren. Dus ook in de ekologische en bio-dynamische veeteelt. Uit-geproduceerde dieren worden in de commerciele veeteelt ook naar het slachthuis afgevoerd.

Veganisme is om deze reden zeker geen 'overdreven' variant van het vegetarisme, maar de logische morele consequentie van de realiteit rond zuivelproductie.

Titus Rivas

Zie o.a.: Diervriendelijke zuivelconsumptie, Waardeloze haantjes, Brochure over Melk (Werkgroep Wereld Veganisme Dag), en Mensen en andere dieren: Op weg naar grote veranderingen.