T. Rivas over moraal en maatschappij

Thursday, September 11, 2008

Vegetarisme alleen voor spiritueel gevorderden?

Ik verwacht dat er ooit een tijd zal aanbreken waarin men over het algemeen met afgrijzen terugblikt op de manier waarop mensen in de 20e en begin 21e eeuw omgingen met dieren. Vegetarisme (en op den duur 'zelfs' veganisme) zal dan de norm zijn en vlees eten een bizar, archaïsch verschijnsel dat op geen enkele wijze moreel te rechtvaardigen valt zolang er voldoende plantaardige voedingsmiddelen voor handen zijn.
Tot die tijd zullen er ongetwijfeld allerlei argumenten worden ingezet om zo'n vegetarische revolutie tegen te houden. Eén van de verraderlijkste daarvan luidt dat het afhangt van je 'spirituele niveau' of je wel of niet vegetariër wordt. Mensen die spiritueel hoogstaand zijn, zouden een natuurlijk neiging hebben om zich van producten te onthouden waar andere wezens met gevoelens hun leven voor hebben gelaten. Dat zou niet alleen te maken hebben met compassie, maar ook met spirituele reinheid oftewel een verlangen zich niet te verlagen of te belasten met de negatieve emoties die aan vlees verbonden zijn. De rest van de mensheid is er gewoon nog niet 'aan toe'.
Als het alleen ging om het laatste, a-morele aspect van het argument, dan zou ik er nog wel kunnen inkomen; niet iedereen is nu eenmaal even sensitief of overgevoelig. Daarom is het zuiver een kwestie van persoonlijke ontwikkeling en voorkeuren of je vlees om dit soort redenen wilt laten staan.
Helaas gaat het bij vlees eten in de praktijk primair om een heel ander verschijnsel, namelijk de onnodige uitbuiting waar miljarden dieren wereldwijd het slachtoffer van worden. Het mag waar zijn dat je je spiritueel, in de specifieke zin van moreel, ontwikkeld moet hebben om uit jezelf die exploitatie af te wijzen en vegetariër te worden. Maar vegetarisme zou voor iedereen de norm moeten zijn, en dat zou bovendien bij de wet geregeld dienen te worden. Dat het hierbij niet alleen maar kan draaien om een persoonlijk ontwikkelingsniveau of mate van gevoeligheid, kun je heel gemakkelijk illustreren door in plaats van vegetarisme 'afzien van onnodig fysiek geweld tegen mensen' in te vullen. Niet iedereen is evenzeer geneigd om van zulk geweld af te zien, maar toch vinden we terecht dat iedereen er van weerhouden moet worden om onnodig (oftewel zinloos) geweld tentoon te spreiden. Zo is het natuurlijk ook bij onnodig geweld tegen dieren, zoals in het geval van slachten van dieren zonder dat dit noodzakelijk is voor ons eigen overleven of gezondheid.
Er is dus wel een verband tussen vegetarisme en morele ontwikkeling, maar net als bij het respecteren van mensenrechten, dien je mensen ook op weg te helpen in die ontwikkeling door hen voor te houden dat een vegetarische levensstijl de morele norm behoort te zijn.

Je mag bestaan, maar wel in het verborgene

Vorige week is me iets overkomen waardoor ik doordrongen ben geraakt van het belang van parades als de Gay Pride.
Ik liep met mijn hond Moortje door een bekend Nijmeegs park en kwam daar twee andere honden met hun respectievelijke verzorgers tegen. Moortje is erg speels en enthousiast en de andere honden reageerden daar heel leuk op, zodat ik een minuut of tien bleef staan. Uiteraard groette ik de baasjes vriendelijk en ik maakte een opmerking over het m.i. veel te strenge beleid van de Gemeente Nijmegen rond het uitlaten van honden. Tot mijn verbazing stemden de andere 'eigenaren' niet alleen in met mijn kritische uitlating, maar ze trokken bijna direct een vergelijking met de tolerantie jegens homo's. Men vond het gespreksonderwerp duidelijk interessanter dan mijn hondvriendelijke thema, zodat ik me beleefd en ietwat gegeneerd op de achtergrond hield. Vooral manifestaties waarop homo's en lesbiennes openlijk en 'schaamteloos' uitkomen voor hun oriëntatie moesten het ontgelden. Eén van de bazen zei: "Ze worden tegenwoordig niet meer gediscrimineerd, nou, dan hoeven ze zich toch ook niet zo aan te stellen." En de andere: "Ik ga toch ook niet in mijn blote kont op straat lopen?" (Zie ook: dit artikel van socioloog Laurens Buijs.)
Zo leidde mijn opmerking over de benadeling van honden in naam van een benepen reinheidsideaal, uiteindelijk tot een gesprek waaruit bleek dat men discriminatie alleen een probleem vindt als die de persoon zelf aangaat.
Zolang er zulke bekrompen gesprekken worden gevoerd, is het heel belangrijk, ja zelfs noodzakelijk dat er overal Gay parades worden georganiseerd. Het bestrijden van discriminatie houdt namelijk meer in dan dat mensen privé hun gang mogen gaan. Het gaat nu juist ook om de publieke sfeer. We hoeven zulke parades niet mooi, prikkelend of leuk te vinden. We hoeven er ook niet aan mee te doen. Maar we moeten wel erkennen dat ze volkomen legitiem zijn en een toetssteen voor emancipatie.